451 - De rek is er wel zo'n beetje uit
Sinds de billboard-foto’s met de confronterende
tekst ’Wanneer
u dit leest ben ik overleden‘, de beklimming van de Mont Ventoux, de
Amsterdamse City Swim en de vorig jaar zo populaire
Bucket Challenge, weet heel Nederland wel
zo’n beetje wat ALS behelst.
Het is goed dat iedereen zich de nachtmerrie
kan
voorstellen waarin een ALS-patiënt permanent is beland. Zowat al je
spieren
begeven het tot de dood erop volgt. Doorgaans binnen een paar jaar,
maar soms duurt
het langer.
Zo leef ik al zestien jaar in die boze droom.
‘Fijn dat
je toch nog zoveel jaren hebt‘, hoor ik regelmatig. En dat is
natuurlijk ook
zo. Het opgroeien van mijn kinderen had ik bijvoorbeeld nooit willen
missen. Evenals
ontelbare andere grote en kleine gebeurtenissen.
Maar er zit ook een keerzijde aan. Als ik had
voorzien
dat ik zó lang zou blijven leven, dan had ik
misschien alles anders gedaan. Dan was ik wellicht
met mijn PGB-zorgverleners verhuisd naar een eigen, aangepaste woning
of had ik
een andere passende woonvorm gezocht.
Niet dat die bestaat overigens. Waarom niet?
Omdat mensen
met ALS doorgaans zo kort leven. Ze hebben geen tijd om te verhuizen en
over
het algemeen kan de omgeving de extreem intensieve zorg en
ondersteuning wel opbrengen;
als de periode maar begrensd is.
Maar na zestien jaar is bij ons de rek er wel
zo’n beetje
uit. Ik heb steeds meer zorg nodig, daarnaast worden mijn activiteiten
voortdurend meer ingeperkt. Geen hulpverlener heeft een adequaat
antwoord op
onze psychische vragen en de toekomst stemt ook niet vrolijk.
De opbrengst van die ‘hippe’
acties gaat naar de, inmiddels zeer vermogende, Stichting ALS
Nederland. Die
besteedt het geld uitsluitend aan onderzoek naar de oorzaak en genezing
van ALS.
Die nachtmerrie moet uiteraard de wereld uit. Maar om wie gaat het nou
eigenlijk? Om mensen met ALS, toch? Dus wat te denken van een mooi
ALS-huis
voor wonen en logeren?
452 - Leven in vrede en welvaart
Hoe ver weg de Syrische oorlogsvluchtelingen ook
waren, inmiddels zitten ze om de hoek. De Utrechtse Jaarbeurs huisvest
er tijdelijk een paar honderd en elders in het land zijn er nu ook
duizenden. Of ze allemaal asiel gaan krijgen is nog de vraag.
Van mij mag iedereen die aan onze grens klopt en om hulp en asiel
vraagt, blijven. Ons land is ruim en welvarend genoeg. En wie ben ik om
een ander het recht te ontzeggen zich waar dan ook ter wereld te
vestigen?
Je zult trouwens maar in de Syrische stad Homs wonen en ALS hebben. Die
ziekte bestaat daar natuurlijk ook. Voorzieningen en hulpmiddelen waren
er vóórdat de oorlog uitbrak waarschijnlijk wel, maar op dit moment is
het leven van deze lotgenoten helemáál hopeloos.
En vluchten is alleen voor redelijk gezonde mensen weggelegd; je moet
op zijn minst mobiel zijn. Ik heb op al die televisiebeelden van
vluchtelingenstromen niet één rolstoel gezien. Chronisch zieke en
gehandicapte Syriërs hebben een dubbel doodvonnis. . .
Wat hebben we het dan toch goed in ons polderlandje. We leven in vrede
en welvaart en al was dat laatste dan wat minder de afgelopen jaren, we
hebben over het algemeen toch eigenlijk allemaal wat ons hartje
begeert.
Ook als je ALS hebt, ben je goed af in Nederland. Oké, er is nog geen
ALS-huis en je wordt nou eenmaal niet gelukkig van zo’n ziekte, maar
verder is –mede dankzij ons mooie PGB-stelsel- alle mogelijke hulp te
krijgen. Ik ontvang uitsluitend professionele en liefdevolle zorg op
maat.
De Syriërs die hier inmiddels zijn gearriveerd, voelen zich over het
algemeen welkom en goed behandeld. Nu maar hopen dat deze gastvrijheid
het wint van de intolerantie; de PVV scoort immers weer torenhoog in de
opiniepeilingen.
Ik gun ze in elk geval een fijne woon- en werkplek en voor degenen
onder hen die graag in de zorg werken: kom gerust solliciteren!
Ongeveer 10 jaar geleden merkte mijn therapeut
van het ALS-team uit de Hoogstraat op, dat ik blij mocht zijn met het
Wilhelminapark zo om de hoek.
Dat ik daar wel veel gebruik van zou maken. Toen was ik bijna beledigd,
omdat mijn actieradius nog zo veel groter was.
Ik reed bijvoorbeeld op mijn ligfiets naar Huizen met hetplan om samen
met onze zoon Jan, toen twaalf jaar, een rondje IJsselmeer te doen.
Maar na één overnachting bij een mevrouw van 'Vrienden op de
fiets' wilde Jan weer naar huis. Heimwee...
Heimwee is ook een vast onderdeel van mijn eigen leven. Toen ik net
ziek was, dacht ik vol weemoed terug aan de tijd van jeugd, gezondheid
en onbegrensde toekomst. Laatst nog bekeek ik een fotoalbum uit 1995.
Een 38 jaar jonge vrouw, stoer, slank en aantrekklijk (al zeg ik het
zelf), schildert deuren en timmert vloeren in het pas gekochte huis,
waarin we nu nog wonen.
Kleine jochies drentelen om haar heen. Een paar bladzijden verder zie
je foto's van een groot feest met wel honderd gasten. 'Das war einmal', hoorde ik
mezelf mompelen. Waarschijnlijk herkenbaar voor velen met mij.
Maar tegenwoordig heb ik heimwee naar de jaren van de ligfiets, de
diverse vakanties, de jazzoptredens. Kortom, naar de beginjaren van de
ALS waarin ik van alles ondernam. Wat kon ik nog veel in vergelijking
met nu!
Bij ziek zijn hoort het woord 'beter'. Ik weet dat ik niet beter word
en dat went nooit. Maar terugkijken op tijden dat het beter ging, kan
natuurlijk wel. Het leven was bij het begin van de ziekte ook
buitengewoon moeilijk, maar betrekkelijk eenvoudig vergeleken met nu.
Geen gesprek meer kunnen voeren, eindeloos doen over een boterham en
dan die ontstellende moeheid...
Maar gelukkig is het Wilhelminapark om de hoek en dankbaar maak ik daar
dan ook een paar keer in de week een ommetje.
Loes is in de vroege ochtend van 28 oktober
overleden. Haar zoon Jan vond op haar laptop de column 'Heimwee', klaar
om verstuurd te worden.